Passievruchttaart met pistachespijs

Bekleed een springvorm (24 cm) met bakpapier en vet de zijkanten in met boter.

Verkruimel de sprits en smelt de roomboter. Meng de koekkruimels met de roomboter en schep in de springvorm. Druk goed aan met de achterkant van de lepel en zet in de koelkast voor 15 minuten.

We gaan nu de pistachespijs maken. Maal daarvoor 200 gram pistachenootjes fijn. Voeg het ei en 80 gram suiker toe. Meng het tot een egale massa. Rol het spijs ter grootte van de springvorm uit met behulp van wat bloem en een deegroller. Leg dit op de bodem van de taart.

Klop de slagroom stijf met de klopfix.

Klop de monchou los met 5 el suiker.

Rasp de schil van de sinaasappel. Meng de monchou met de slagroom en de sinaasappelrasp. Schep het monchoumengsel op de pistachespijs en laat in de koelkast minimaal 4 uur opstijven.

Voor het passievruchtenlaagje week je de gelatine minimaal 10 minuten in koud water.

Laat de passievrucht op een laag vuurtje ontdooien samen met 3 el suiker. Als de passievrucht warm begint te worden knijp je de gelatine uit en roer je door de passievrucht. Giet de passievrucht over de taart en laat de taart nog twee uur opstijven in de koelkast.