Stoofperencake

Schil de peertjes met een dunschiller. Doe ze in een pan samen met een eetlepel suiker, de rode wijn en een kaneelpijpje. Vul het aan met water zodat de peertjes net onder staan. Breng ze aan de kook en draai het vuur daarna laag en laat de peertjes ongeveer 50 minuten stoven totdat ze zacht zijn. Blijf tussendoor controleren of de peertjes niet droogkoken. Mocht dat zo zijn, vul het aan met water.

Zodra de stoofpeertjes klaar zijn dan start je met het maken van de cake.

Verwarm de oven voor op 170 graden.

Mix de boter met de suiker romig en zacht.

Klop daarna één voor één de eieren erdoor.

Spatel het zelfrijzend bakmeel erdoor.

Snijd de stoofpeertjes in stukjes.

Roer de stukjes stoofpeer door het cakebeslag.

Vet de cakevorm in en bestrooi deze licht met bloem.

Schep het beslag in de cakevorm en zet deze voor 60-65 minuten in de oven.

Meng de poedersuiker met de kaneel en de melk. Dit wordt de kaneelglazuur dat straks op de cake komt.

Zodra de cake is afgekoeld giet je het kaneelglazuur over de cake en plaats je de cake een kwartiertje in de koelkast.