Appeltaart met walnotenspijs en gekarameliseerde walnoten

We gaan als eerste de walnotenspijs maken. Klop een eitje los. Maal 180 gram walnoten fijn. Meng de gemalen walnoten met 80 gram suiker, de helft van het ei (de andere helft houd je over) en 1 tl citroensap. Kneed goed door en leg in de koelkast om op te stijven. Dit mag ook een aantal uur of een dag van tevoren.

We gaan nu het deeg maken. Doe in een kom het zelfrijzend bakmeel, de roomboter, een ei, de witte basterdsuiker, vanillesuiker en een snuf zout. Kneed dit een deeg. Verpak in vershoudfolie en leg in de koelkast voor een half uur om te rusten.

Verwarm de oven voor op 170 graden.

Snijd de appels in stukjes. Meng de appels met 70 gram suiker, 2 tl kaneel en 3 el custardpoeder.

Bekleed een springvorm van 24 cm met bakpapier en vet de zijkanten in met boter.

Bekleed de bodem en de zijkanten met het deeg.

Verdeel de walnotenspijs over de bodem.

Schep hierop de appels. Druk goed aan.

Bak de taart in 50 tot 60 minuten gaar.

Bak de overgebleven walnoten 4 minuten in een droge koekenpan. Voeg dan de Ahornsiroop toe en bak de walnoten hier nog een minuutje in. Leg de walnoten op de taart.