Romige truffeltaart

Als eerste gaan we de truffels maken. Hiervoor klop je 85 gram roomboter, 50 ml slagroom samen met de poedersuiker luchtig. Bekleed een bak dat in de diepvries kan met plastic folie. Schep het mengsel in de spuitzak en spuit er langwerpige toefjes mee. Je kunt er ongeveer 15 tot 20 stuks mee maken. Zet minimaal een kwartier in de diepvries.

Smelt ondertussen de chocolade au bain-marie. Zet een kommetje met cacaopoeder klaar. Laat de chocolade afkoelen.

Haal de truffels uit de diepvries. Haal ze door de chocolade en dan door de cacaopoeder. Laat ze dan opstijven in de koelkast.

Ondertussen gaan we de bodem van de taart maken. Bekleed hiervoor een springvorm van 24 cm met bakpapier en vet de zijkanten in met boter.

Verkruimel de koekjes en smelt 60 gram roomboter. Meng de koekkruimels met de boter en schep dit in de springvorm. Druk goed aan met de achterkant van een lepel. Zet in de koelkast voor minimaal een kwartier.

Klop 300 ml slagroom stijf.

Klop de monchou los. Meng de monchou met de slagroom en 3 el suiker.

Schep ongeveer de helft van het monchoumengsel in de springvorm.

Snijd 1/3 van de truffels in stukjes en leg op de monchou. Schep hierop de overgebleven monchou. Laat de taart voor minimaal 4 uur opstijven. Leg dan de rest van de truffels erop en decoreer met wat cacaopoeder.