Appelperentaart met amandelspijn en speculaaskruimel

Verwarm de oven voor op 170 graden.

Meng het zelfrijzend bakmeel, 150 gram roomboter, 70 gram suiker, 1 ei, 1 zakje vanillesuiker, snuf zout en 1 tl citroensap met elkaar. Kneed met je handen tot een soepel deeg. Verpak in huishoudfolie en leg een half uur in de koelkast om te rusten.

We gaan nu de amandelspijs maken. Maal hiervoor de amandelen fijn. Voeg hieraan toe het ei, citroensap en de suiker. Kneed dit even goed door elkaar.

Schil de peren en appels en snijd in stukjes. Meng dit met 2 el suiker.

Bekleed de springvorm met bakpapier en vet de zijkanten in met boter.

Haal het deeg uit de koelkast. Kneed even goed door. Bekleed de bodem en de zijkanten van de springvorm met het deeg.

Verdeel het amandelspijs over de bodem van de springvorm. Gebruik zo nodig wat bloem om te zorgen dat je vingers niet plakken aan het spijs.

Schep hierop de appel- en perenstukjes. Druk goed aan met de achterkant van een lepel.

We gaan nu het speculaaskruimeldeeg maken. Snijd de koude boter in blokjes. Meng deze in een kom met de speculaaskruiden, suiker, bloem en een snuf zout. Kneed met je vingertoppen tot een kruimeldeeg. Schep dit op de appels en peren. Bak de taart in 55-60 minuten gaar in oven.